© Shutterstock.com
Bristol: tiende stad van het Verenigd Koninkrijk. Allure als havenstad en vliegtuigindustrieel, met een van de spraakmakende bruggen van Engeland, de Clifton Suspension Bridge (1830). Cultuurhistorisch bekend van het oudste theater van Engeland: het Theatre Royal (1766). Bejubeld door dichters zoals John Betjeman: “And a star shone over Bristol, wonderfully far and high”. Die ster mag dan schijnen over honderden monumentale gebouwen, hij weerschijnt in Bristol op nog veel meer maar dan minder monumentale muren en verlicht er vanouds grauwe gevels en grijze betonnen vlakken. Waarvan er nogal eens eentje de laatste veertig jaar in kleuren uiteenspat, het gevolg van spuitende ‘vandaaltjes’. En zo stipt die ster een kunstvorm aan waar Bristol beroemd om is geworden: de graffiti en de street art. Met als bekendste artiest onmiskenbaar de man (of vrouw?) die niemand kent maar waarvan bijna iedereen wel het oeuvre herkent: Banksy. Het is of worden we teruggezet naar de vroege middeleeuwen waar kunstwerken belangrijker waren dan degenen die ze maakten. Alleen is de anonieme schepper van maatschappijkritische stencilsjablonen een 21e-eeuwse wereldburger.
Bristol is door de Unesco in het zonnetje gezet als creative city en wel om de film. Elf filmfestivals per jaar geven inderdaad aan dat veel om de motion picture draait. En toch zou Bristol ook zeker creative street art city > mogen worden genoemd waar het de inhoudsgerichte street art en de wat primitievere graffiti betreft. Met (sorry, Inkie >) Banksy als hét symbool.

Smachten naar de smartphone
Eén anekdote zegt uiteindelijk alles over Banksy en zijn kunst. En natuurlijk is de stad waar hij (of toch zij?) opgroeide en de overstap van graffiti naar street art maakte, het logische decor van die sketch: Bristol. Stad van vliegtuigbouwers en luchtballonnenzwevers, historisch de doorvoerhaven van zwarte slaven naar Amerika. Een stad die het economisch welvaren van haar bewoners zo koestert, dat ze naast de Pound Sterling een eigen Bristol Pound laat rollen: om de plaatselijke ondernemers een steuntje in de rug te geven.
© Schutterstock.com
Of straatkunstartiest Banksy en zomaar een beheerder van een plaatselijk jeugdhonk ook door het stadsbestuur als ondernemers worden gezien, is één vraag. Een geheel andere is hoe er met eigendom wordt omgegaan. Dat brengt ons bij die ene anekdote uit 2014. Hoe een houten plaat met street art juridisch touwtrekken teweeg kon brengen en zo feitelijk illustratief is voor de persoon Banksy en zijn wereldwijd geapprecieerde, gestencilde sjabloonkunst. Het lijdend voorwerp is hier een in zwartwit gehouden voorstelling van een jongeheer en een jongedame die in een klassieke verstrengelingspositie staan. Deze intimiteit krijgt een Banksy-achtig keerpunt. Beide personen houden een opgeheven mobieltje achter de ander vast en zijn daarop gefixeerd terwijl de beeldschermpjes hun gezichten belichten. Liefde maar dan met narcistisch-technologische inslag? Dit intieme portret zou in deze eeuw inderdaad zomaar live op straat tig keren te zien kunnen zijn.​​​​​​​​​​​​​​
© Shutterstock.com
Een kiloknaller in Britse Ponden
Eigendom en bezit zijn juridisch geen synoniemen, natuurlijk. Een spuiter als Banksy kan met zijn street art bezit nemen van een stukje muur dat eigendom is én blijft van een particulier of bijvoorbeeld een overheidsinstantie. Bezit geldt in feite voor wie het in handen heeft. Geroofde eigendom kan zo bezit zijn door diefstal. Of dat door het hoofd ging van Dennis Stinchcombe, beheerder van een in zwaar weer verkerend jeugdhonk, is moeilijk terug te halen. Feit is wel dat Dennis, zodra hij weet kreeg van een rasecht nieuw geplaatst werk van Banksy op ‘zijn’ jeugdhonk, hij niet aarzelde om in no-time met koevoet de multiplexplaat los te wrikken en de nieuwe creatie van Banksy (Mobile Lovers >) als trofee zijn honk binnen te slepen. Dat had hij twintig jaar eerder beslist niet gedaan hoewel Banksy ook toen al Bristol pimpte met de graffitispuit. Later, toen Banksy professioneel de verfbussen leeg spoot, zagen liefhebbers van zijn werk tot ontsteltenis dat z’n creaties nog in de loop van dezelfde dag maar heel vaak binnen een week door autoriteiten werden overgeschilderd. Of door minder gefortuneerde taggers werden overgekalkt in een poging om het beeld ook tot hun eigendom te maken. Dennis wist dus dat ‘Mobile lovers’ kwetsbaar was voor vandalisme maar niet daarom sloot hij het kunstwerk op in zijn jeugdhonk. De reden daarvoor zat in de combinatie van zijn noodlijdende jongerencentrum én de exorbitante bedragen die een groeiende schare Banksyfans neer wilde tellen voor Banksy’s art work. Een op de voormalige plek van het kunstwerk geplakt berichtje hintte ook naar die reden: iedereen mocht de originele Mobile Lovers zelf in Dennis’ honk komen bekijken, alleen werd er wel een kleine bijdrage verwacht in Pound Sterling (of de al rondgaande Bristol Pound). Smartphone-idylle: een van de muur gestolen cash cow, dus.
© Shutterstock.com
Burgemeester op de bres
Of niet? Zodra Bristols burgemeester George Ferguson lucht kreeg van het minimuseumpje dat Dennis ineens ook beheerde, waren de rapen gaar. De muur, zo wist George, was eigendom van de gemeente; het kunstwerk dus ook. In het eigendomsdebat dat volgde werd Banksy’s werk door de politie alvast naar het stadsmuseum gedeporteerd en dat bracht meteen een kleine volksverhuizing van kunstkijkers op gang. Honkbeheerder Dennis had zich (of eigenlijk zijn jeugdcentrum) al rijk gerekend want hij calculeerde Mobile Lovers stiekem toch wel op een honderdduizend Britse ponden. In het eigendomssteekspel ging ondertussen de gong voor de volgende ronde omdat Banksy een brief schreef aan Dennis waarin hij stelde dat Dennis wat hem betrof mocht doen met het kunstwerk wat hem goed dunkte. De vraag of Banksy in die brief als eigenaar groen licht gaf aan Dennis om het te verkopen is natuurlijk ook interessant. In de carrière van Banksy zou ooit een huis op de markt komen met een muur waarop Banksy een creatie had gesprayd. Om dat kunstwerk door een nieuwe huiseigenaar van overschilderbaarheid te vrijwaren, werd het huis uiteindelijk niet door een makelaar maar door een kunstgalerie verkocht; als een kunstwerk waarbij je het huis waarop het was aangebracht, er gratis bij kreeg. In elk geval bleek de correspondentie van Banksy aan Dennis voldoende voor de burgemeester om de status van Mobile Lovers van publiek eigendom te wijzigen naar geldkraan voor het jeugdhonk. Dennis nam uiteindelijk afscheid van het werk door meer dan £ 400.000,-- binnen te halen. De jeugdhonkmanager moest voor deze transactie wel een aantal doodsbedreigingen aan zijn adres doorstaan. Zijn gedachten over de actie van Banksy: die wilde de noodlijdende jeugdcentra van Bristol helpen, ook omdat hij daar mooie momenten als jongere had gekend.

Veel meer over Banksy lees je in het compacte e-book Bristol en Banksy. Profiteer van 20% Basis-Vriend-Korting en download dit e-book (24 blz.) voor slechts € 2,39. Bekijk de publicatie hier. Wil je dit type e-books altijd gratis lezen en downloaden? Word dan Premium-Vriend voor slechts € 4,99 per jaar.
Back to Top